Het Overbruggingsrecht voor zelfstandigen
Als u als zelfstandige uw beroepsactiviteit onderbreekt, dan heeft u uiteraard geen inkomsten meer. Toch kunt u, onder bepaalde voorwaarden, een uitkering vragen aan uw sociaal verzekeringsfonds dankzij het overbruggingsrecht.
Wanneer geldt het overbruggingsrecht?
Het overbruggingsrecht is van toepassing als u uw beroepsactiviteit niet meer kunt uitoefenen omwille van:
- Een natuurramp (overstroming, aardbeving, …)
- Een brand
- De vernieling van uw gebouw of uw beroepsmateriaal
- Een allergie die te wijten is aan de uitoefening van uw beroep
Concreet
Dankzij het overbruggingsrecht behoudt u gedurende maximum drie kwartalen, zonder sociale bijdragen te moeten betalen :
- Uw recht op gezondheidszorg
- Uw arbeidsongeschiktheidsuitkering
- U ontvangt maandelijks een financiële tegemoetkoming van:
- 1.112,43 euro als u geen gezinsleden ten laste heeft
- 1.515,07 euro als u wel gezinsleden ten laste heeft.
U kunt maximum 12 maanden van dit recht genieten.
Welke voorwaarden moeten vervuld zijn ?
- U moet zelfstandige, helper of meewerkende echtgenoot zijn.
- U moet uw hoofdverblijfplaats in België hebben.
- U moet verzekeringsplichtig geweest zijn als zelfstandige in hoofdberoep in het kwartaal van de stopzetting en in de drie kwartalen voordien.
- U moet de periode voor de stopzetting sociale bijdragen verschuldigd zijn als zelfstandige in hoofdberoep.
- U moet de bijdragen van minstens vier kwartalen effectief betaald hebben tijdens een referteperiode van 16 kwartalen voorafgaand aan het kwartaal volgend op dat van de stopzetting.
Hoe vraagt u het overbruggingsrecht aan ?
U kunt dit overbruggingsrecht aanvragen via uw sociaal verzekeringsfonds vóór het begin van het tweede kwartaal dat volgt op het kwartaal van de stopzetting van uw beroepsactiviteit.