Dit zijn de 5 grootste risico's (en oplossingen) voor beleggers

5 minuten leestijd

Wie wil beginnen met beleggen, vreest vaak dat daar één groot risico aan verbonden is: geld verliezen. Het is nochtans een misvatting dat er zoiets bestaat als ‘hét beleggingsrisico’. De realiteit is complexer en diverser. Net zoals de Inuit wel vijftig woorden hebben voor sneeuw, kent de belegger tal van risico’s. Maar door het slim aan te pakken, kunt u die wel zoveel mogelijk inperken. Hieronder lijsten we vijf belangrijke risico’s van beleggen én mogelijke oplossingen op.

Bovenal moet u, voor u gaat beleggen, goed nadenken over wat voor u belangrijk is en welke richting u uit wil met uw geld. Maar het is goed om weten dat u al die risico’s niet allemaal op eigen houtje moet analyseren. Bij Crelan geven we aan elk beleggingsproduct een score, op een schaal van 1 tot 7, die verschillende aspecten van risico in één cijfer samenvat. Zo worden beleggingen onderling beter vergelijkbaar, en kan u de keuze van uw beleggingen ook afstemmen op uw risicoprofiel. Wilt u de mechanismen achter die score echter beter leren doorgronden, en de risico’s beter leren inschatten, dan lichten we hier een tipje van de sluier.

Risico 1: Failissementsrisico

Waarin schuilen de risico’s?

Als u slechts in aandelen van één bedrijf belegt, breekt u dat zuur op wanneer dat bedrijf in de problemen komt en misschien zelfs de boeken moet neerleggen. Denk maar aan de vele beleggers die gedesillusioneerd achterbleven na het faillissement van Lernout & Hauspie in 2001. Sommigen hadden hun hele vermogen geïnvesteerd in het spraaktechnologiebedrijf, maar bleven met lege handen achter.

Wat is de oplossing?

Wie slim is, legt zijn eieren in verschillende mandjes. Zo doen we het althans bij Crelan: we stellen steeds zeer diverse portefeuilles voor, waarin, via fondsen, tal van aandelen verzameld zitten. Komt er toch eens een bedrijf uit zo’n fonds in moeilijkheden? Dan zijn er nog genoeg andere om de schok op te vangen.

Risico 2: Kredietrisico

Waar schuilt het risico?

Koopt u een staatsbon, dan verstrekt u eigenlijk een lening aan een bepaald land, dat het bedrag daarna met rente zal moeten terugbetalen aan u. Wanneer een land echter in financiële moeilijkheden raakt, kan het die verplichting misschien niet meer nakomen. Dat is in het verleden al gebeurd met Argentinië en Griekenland, nadat ze in een grote crisis waren terechtgekomen.

Hetzelfde geldt voor bedrijven die obligaties uitgeven. Zij kunnen in zwaar weer terechtkomen. Zeldzaam, maar het gebeurt. De kredietwaardigheid wordt door gespecialiseerde bureaus, zoals Standard & Poor’s of Moody’s, beoordeeld en in een score gegoten. Die geeft al een eerste idee over het risico, maar ook die scores zijn niet onfeilbaar.

Wat is de oplossing?

Opnieuw is spreiden de sleutel. In plaats van alleen maar staatsbons van één land, of obligaties van één bedrijf, te kopen, is het verstandiger om te investeren in grote obligatiefondsen, waarin veel verschillende beleggingen zitten verzameld. Zo wordt het risico uitgevlakt.

Risico 3: Marktrisico

Waar schuilt het risico?

Soms beperkt een koersdaling zich niet tot een aandeel, land of sector, maar krijgt de hele markt met een daling te maken. De eerste fase van de coronacrisis, midden maart, is daar een goed voorbeeld van. Als de paniek toeslaat op de markten, zijn er even geen veilige havens meer. Dan daalt alles: zelfs de beleggingen die als ‘weinig risicovol’ worden bestempeld.

Wat is de oplossing?

Stel uw horizon —  de termijn waarop u wilt beleggen — lang genoeg in. Op de lange termijn kennen de beurzen immers een stijgende trend: het komt er dus op aan om niet te panikeren. Ook daar vormt de coronacrisis een prima voorbeeld. Meteen na het afkondigen van de lockdown namen de beurzen een serieuze duik. Maar intussen is veel van die achterstand alweer weggewerkt, en beleefden de aandelen van techgiganten als Facebook, Apple en Google zelfs hoogdagen.

Een tweede manier om hiermee om te gaan: maak uw belegging niet afhankelijk van één enkel instapmoment. Het loont om uw aankopen te spreiden in de tijd. Hebt u 5.000 euro die u wil beleggen? Dan zou het sneu zijn als u die in februari in een fonds steekt dat amper een maand later, in maart, een serieuze klap krijgt. Belegt u echter elke maand een vast bedrag van 50 euro, dan koopt u in februari nog ‘duur’ in, terwijl u in maart door die koersdaling juist meer deelbewijzen zult kunnen kopen met uw 50 euro. Een daling kan op die manier iets ‘positiefs’ worden.

Risico 4: Rendementsrisico

Waar schuilt het risico?

U zou het rendementsrisico ook het inflatierisico kunnen noemen. Ofwel, het gevaar dat uw belegging niet genoeg opbrengt om de inflatie te verslaan. Die zorgt ervoor dat de prijzen stijgen: in ons land jaarlijks met zo’n 1,50 procent. Zit het rendement van uw beleggingen onder dat niveau, dan bent u dus eigenlijk koopkracht aan het verliezen. Het is een sluipend risico, maar wel eentje dat menige belegger ‘s nachts wakker houdt.

Wat is de oplossing?

U zou een slaappil kunnen nemen om weer gerust te slapen, maar er zijn gelukkig nog andere oplossingen. Die houden wel een zeker compromis in. Wie meer rendement wil, zal ook meer risico moeten aanvaarden. Wat een belegging opbrengt, hangt af van de wisselwerking tussen onderstaande drie factoren.

  1. Rendement
  2. Beschikbaarheid
  3. Veiligheid

Als belegger, maar ook als spaarder, moet u voor uzelf uitmaken waar uw prioriteiten liggen. U wil complete veiligheid, en u wil ook meteen aan uw geld kunnen? Dan zal u moeten toegeven op rendement. Dat zal quasi onbestaande zijn, zoals de huidige spaarrente illustreert. Wilt u een hoger potentieel rendement? Dan zal u moeten leven met een bepaalde mate van risico. Of uw geld voor lange tijd moeten kunnen missen.

U hoeft bij het afwegen van uw keuzes ook niet alles op alles te zetten. Zo is het sterk aanbevolen om een ruime spaarbuffer aan te houden, geld dat helemaal veilig is en onmiddellijk beschikbaar is in geval nood. Dat laat toe om met de rest van uw spaargeld wat meer rendement na te streven. Of u kan met een stukje van je beleggingen op een hoger rendement mikken (door bijvoorbeeld aan pensioensparen te doen in een dynamisch pensioenspaarfonds), terwijl u een ander deel veiliger belegt.

Risico 5: Liquiditeitsrisico

Waar schuilen de risico’s?

In een ideale wereld drukt u op de verkoopknop en staat het geld meteen op uw rekening, maar zo werkt het helaas niet. De markt is altijd een spel van vraag en aanbod. Kijk maar naar de immomarkt. Als u uw huis wilt verkopen, kan u botsen op een gebrek aan interesse. Als u vasthoudt aan uw gewenste verkoopprijs, zal het misschien wel heel lang kunnen duren voor u eindelijk een koper vindt. Hetzelfde kan zich voordoen op de financiële markten. In momenten van stress op de markt zijn er soms geen kopers meer, alleen maar verkopers. Dat  kan tot extreme koersbewegingen leiden.

Wat is de oplossing?

Laat uw beleggingen aan specialisten over. Professionele fondsenbeheerders kijken naar goede liquiditeit zoals medisch personeel kijkt naar goede handhygiëne: het is een must, een basisvoorwaarde. Als particuliere ‘doe-het-zelfbelegger’ is het veel moeilijker in te schatten of een aandeel of obligatie vlot te verhandelen is.

Meer lezen? Bekijk dan zeker ook welke 10 fouten het vaakst gemaakt worden als beginnende belegger.

Disclaimer: De informatie uit deze publicatie vormt een algemene toelichting bij de financiële actualiteit en mag niet worden beschouwd als een concreet advies of aanbeveling met betrekking tot financiële producten.