Laat de zon op je dak: Crelan-klanten over hun zonnepanelen

Oona & Vincent

Oona (29) en Vincent (30) wonen in een halfopen bebouwing in een rustige woonwijk. Sinds dit jaar liggen er zonnepanelen op hun dak te blinken.

Hoe begin je daar eigenlijk aan, zonnepanelen laten plaatsen?

“Voor onze was de eerste stap: in kaart brengen hoeveel energie we verbruiken. Daarvoor hebben we de jaarlijkse afrekening van onze energieleverancier gecheckt. Zo wisten we dat we ongeveer 3.000kWh per jaar verbruiken: dat bleek overeen te komen met een installatie van 3kWp, of zo’n acht panelen.
Stap twee: controleren of onze woning geschikt was. Daarvoor hebben we de Zonnekaart van de Vlaamse overheid gebruikt. Op die kaart ontdek je of de oppervlakte en hellingshoek van je dak wel oké zijn. Dat was een meevaller: ons dak is zuidgericht en kan makkelijk acht panelen aan.
Stap drie: offertes vragen en prijzen vergelijken. We hebben een firma uit de buurt gekozen. Zij zijn eerst nog eens een kijkje op ons dak komen nemen, om zeker te zijn dat er geen asbest in het dak zat. De uiteindelijke plaatsing heeft ongeveer een halve dag geduurd. Dat viel erg goed mee.
Stap vier tot slot: de installatie laten keuren en aanmelden bij de netbeheerder. Zodra dat was gebeurd, begonnen we onze eigen stroom te produceren.”

Hoe zit het met het kostenplaatje?

“Wij hebben 4.000 euro betaald voor onze zonnepanelen. Vervolgens hebben we online de Vlaamse premie aangevraagd: die bedroeg ongeveer 900 euro. We hebben geluk dat we onze installatie nog konden laten plaatsen in 2022, want vanaf 2023 halveert die Vlaamse premie.
Goed, ook met een lagere premie blijft het een goede investering, denken wij. Normaal gezien hebben wij onze investering al na drie à vier jaar terugverdiend. We rekenen erop dat onze panelen toch zeker 25 jaar meegaan. Een gigantische besparing, die zeer welkom is want we verwarmen met aardgas, en aan die zware kost veranderen zonnepanelen jammer genoeg niks.”

Heb je nog tips voor wie zonnepanelen overweegt?

“Check zeker eens welke ‘terugleververgoeding’ je krijgt van je energieleverancier. Dat is het bedrag dat je leverancier aan jou betaalt voor de stroom die je op het net zet. Bij ons bleek dat nogal tegen te vallen, dus zijn we naar een andere leverancier overgestapt die een veel hoger bedrag geeft. Op zonnige dagen openen we soms de smartphone-app die de productie van onze panelen toont, en dan zeggen we: “Kijk, we zijn weer geld aan het verdienen (lacht).”

Wim & Véronique

In de rustige straat op de buiten waar het gepensioneerde koppel Wim (67) en Véronique (64) woont, lijkt het wel alsof de tijd is blijven stilstaan. Maar de zonnepanelen op hun dak verraden dat het 2022 is.

Waarom hebben jullie besloten om zonnepanelen te laten installeren?

“Wij hebben ze onszelf een drietal jaar geleden cadeau gedaan (lacht). We dachten: als we onze elektriciteitsrekening wat kunnen beperken, hoeven we ons pensioengeld daar al niet aan te besteden. Dat heeft goed uitgepakt: sindsdien zijn de prijzen geëxplodeerd, maar daar merken we weinig van. Wij zien onze meter terugdraaien.”

Er bestaat wel wat verwarring rond terugdraaiende tellers, prosumententarief en digitale meters. Hoe zit dat juist?

“Omdat wij onze panelen enkele jaren geleden hebben laten plaatsen, vallen we nog onder ‘het oude systeem’ van de terugdraaiende teller. Dat wil zeggen: op momenten dat we meer stroom produceren dan verbruiken, bijvoorbeeld op zonnige zomerdagen, draait onze teller terug. Da’s erg handig, want het compenseert voor de stroom die je in de winter moet afnemen omdat er te weinig zon is. In ons geval komt dat uit op een nuloperatie: netto verbruiken we niks op jaarbasis. Als tegemoetkoming moeten we wel het prosumententarief betalen, een soort belasting op onze terugdraaiende teller.
We zullen hopelijk nog een paar jaar kunnen genieten van onze terugdraaiende teller. Daarna zullen we een digitale meter moeten laten plaatsen, net zoals wie vandaag zonnepanelen neemt. Ik heb al opgezocht wat er dan verandert: zo’n digitale meter draait niet meer terug. Stroom die je dan te veel hebt, kun je verkopen aan je leverancier. Een andere optie is om aan ‘energiedelen’ te doen: je overtollige stroom verkopen aan je buren, vrienden of familie. Ik ga eens uitzoeken hoe ik ons overschot aan elektriciteit in de toekomst dan eventueel kan wegschenken aan onze dochter.
“Alvast nog een voordeel: zodra we een digitale meter krijgen, valt het prosumentarief weg. Dat is toch ook weer een besparing van een paar honderd euro per jaar.”

Jullie zijn dus tevreden met jullie zonnepanelen?

“Zeker weten! Want nog los van het financiële speelt voor ons ook het groene aspect. Het is een fijne gedachte, weten dat je zélf duurzame stroom opwekt. Alleen gaan we de planeet niet redden, maar het is toch een stapje in de goede richting.”

Thomas & Lisa

Thomas (37) en Lisa (38) zijn buitenbeentjes. In die zin dat hun nieuwbouwwoning geen gasaansluiting heeft. Koken, verwarmen, … alles gebeurt hier op elektriciteit.

Zo te zien ligt er een enorme installatie op jullie plat dak.

“Dat is nodig: we verwarmen met een warmtepomp die op elektriciteit draait. Daardoor hebben we best een grote installatie, van ongeveer 7kWp. In totaal liggen er 23 panelen op ons dak. De investering lag rond de 10.000 euro. Maar omdat we geen gas hoeven te betalen, is dat geld snel terugverdiend.
We hebben onze installatie zelfs een beetje groter genomen dan eigenlijk nodig was. Mijn volgende bedrijfswagen zal een elektrisch model zijn. Door nu voor iets meer zonnepanelen te kiezen, zal ik ‘m dus ook thuis kunnen opladen met eigen stroom.”

Hebben jullie ook een thuisbatterij overwogen?

“We hebben de rekening gemaakt, maar een thuisbatterij is voor ons momenteel niet rendabel. Voorlopig zijn ze nog heel erg duur. Ik geloof dat de terugverdientijd acht jaar bedraagt, maar als de levensduur van zo’n batterij slechts tien jaar is, is dat dus niet de moeite.
Het punt van een thuisbatterij is natuurlijk om ‘s avonds stroom te kunnen gebruiken die je overdag hebt opgewekt. Maar als je zoals ons vaak thuiswerkt, kun je erop letten om ‘s middags al de vaatwas te laten draaien of de wasmachine aan te zetten. Dat helpt.”