Betalen
Zichtrekeningen
Kredietkaarten
Online bankieren
Onder nul gaan
Veilig bankieren
Lenen
Woning
Mobiliteit
Andere doelen
Sparen en beleggen
Sparen
Beleggen
Fiscaal sparen
Verzekeren
Zoekt u informatie over de fusie tussen AXA Bank en Crelan? Klik hieronder. Of sluit het venster en surf gewoon verder.
AXA Bank Belgium is een bank die behoort tot de Crelan Groep.
AXA Belgium is een verzekeringsmaatschappij die deel uitmaakt van de AXA-groep. Er verandert niets aan de verzekeringen die u daar hebt afgesloten, die blijven onder de hoede van AXA Belgium.
Tot nu toe is 2022 een jaar om snel te vergeten voor beleggers. Extra opmerkelijk: niet alleen aandelen, maar ook traditioneel veilige havens zoals obligatiebeleggingen delen in de klappen. Terwijl ze vroeger uitstekende schokdempers waren in tijden van crisis, gingen ze nu mee ten onder. Komt daar weldra verandering in door de hogere rente?
Waar de beurzen eind 2021 nog konden pronken met stevige rendementen is het sedert begin 2022 huilen met de pet op. Zo staat onze nationale beursbarometer, de Bel20-index, zo’n 20 procent lager. Ook andere beurzen presteren niet beter.
De meeste aandelenbeleggers beseffen ten volle dat hun belegging flink kan schommelen. Zij nemen dat risico er bewust bij, omdat ze op langere termijn een hoger rendement hopen te halen. Obligaties daarentegen worden beschouwd als stabiele beleggingen. Ze zijn dan ook onmisbaar in de portefeuille van de eerder voorzichtige belegger.
Maar de voorbije acht maanden hebben ook zulke voorzichtige beleggers zware verliezen geleden. Zelfs wereldwijd gespreide obligatieportefeuilles zijn sedert begin dit jaar bijna evenveel in waarde gedaald als een wereldwijd gespreide aandelenbelegging.
De grote schuldige lijkt eens te meer de inflatie. Die begon reeds in 2021 op te lopen, maar de centrale banken (die erover moeten waken dat inflatie rond de 2 procent schommelt) oordeelden dat dit een tijdelijk verschijnsel was, veroorzaakt door het herstel van de wereldeconomie na de pandemie. In januari 2022 bleek die inflatie echter minder tijdelijk dan verwacht. Bovendien stuwde de oorlog in Oekraïne de energieprijzen in Europa naar ongekende hoogten, waardoor de inflatie nog verder toenam.
Normaal gezien is de inflatie een belangrijke factor bij het bepalen van de rente op langere termijn. Als die inflatie stijgt, dan zal de obligatierente óók stijgen, omdat beleggers een hoger rendement wensen als compensatie voor het verwachte koopkrachtverlies. Maar de laatste jaren liep het anders: de centrale banken hebben de obligatierentes laag gehouden, door massaal obligaties op te kopen. Dat was nog nooit eerder in de geschiedenis gebeurd. Het was evenwel de bedoeling om die situatie heel langzaam om te keren, om zo geen sterke koersschommelingen te veroorzaken.
Bij obligaties is het immers een algemene wetmatigheid dat een stijgende rente leidt tot dalende koersen. Waarom zou je in een obligatie blijven die 1 procent rente geeft als je met hetzelfde kapitaal een nieuwe obligatie aan dezelfde voorwaarden kunt kopen, maar dan met een rente van 2 procent? Naargelang de restlooptijd van de bestaande obligatie langer is, zal haar waarde bij een rentestijging meer dalen. Dit verschijnsel noemen we de rentegevoeligheid van een obligatie: stijgende rente betekent een lagere koers, en vice versa.
Zowel de historisch lage rente als de grotere rentegevoeligheid waren begin 2022 dus belangrijke risico’s die enkel door een heel geleidelijke ommekeer in het rentebeleid konden vermeden worden.
Maar de sterke inflatiestijging stelde de centrale banken voor een voldongen feit. Het plan om rentevoeten heel voorzichtig op te trekken, viel in het water. De soepele monetaire politiek met lage rentevoeten en het opkopen van obligaties maakte in enkele maanden tijd plaats voor een agressieve aanpak met snel opeenvolgende renteverhogingen en een stopzetting van obligatieaankopen, waardoor een belangrijke steun onder de obligatiekoersen wegviel. In het zog daarvan steeg de obligatierente met een ongezien tempo.
Door die snelle ommekeer was de koersdaling heel abrupt. Wie in 2022 vooral in "veilige" obligaties belegd was, zag de waarde daarvan sterk dalen. Op sommige momenten was die daling zelfs groter dan in de veel risicovollere aandelenmarkten.
Veel beleggers die vooral in obligaties beleggen stellen zich dan ook de vraag of ze obligatiebeleggingen niet beter links laten liggen, en in plaats daarvan voluit voor aandelen gaan.
Historisch gezien is het echter zeer uitzonderlijk dat obligaties het zo zwaar te verduren krijgen. Het zou dus niet verstandig zijn om alleen naar het recente verleden te kijken als voorspeller voor de toekomst. Er zijn immers drie belangrijke redenen die maken dat obligaties zopas weer interessanter zijn geworden voor de voorzichtige belegger.
Beleggers dienen bij de samenstelling van hun beleggingsportefeuilles dan ook goed te beseffen dat de zware dalingen van de afgelopen 8 maanden te wijten waren aan een heel uitzonderlijke situatie. Maar nu is deze belangrijke ommekeer grotendeels achter de rug. De rentevoeten sluiten weer beter aan bij die van een normale obligatiemarkt.
In een dergelijke situatie kunnen obligaties van goede kwaliteit in gemengde portefeuilles (samengesteld uit hoofdzakelijk aandelen en obligaties) dus heel nuttig worden, vooral om de koersschommelingen van aandelen in de portefeuille te temperen. Langlopende Amerikaanse staatsobligaties waren de laatste 60 jaar bij zware dalingen op de Amerikaanse beurzen vaak uitstekende schokdempers die de waardering van gemengde portefeuilles konden stabiliseren. De grote uitzondering hierop blijkt inderdaad 2022 te zijn.
Daarmee is niet gezegd dat de obligatiekoersen in de nabije toekomst niet verder kunnen dalen. Maar die kans vermindert wel naargelang het risico op een recessie toeneemt en in een aantal landen (misschien nu al) realiteit wordt.
De voor de hand liggende conclusie is dan ook dat elke belegger er wel bij kan varen als zijn portefeuille naast aandelen ook obligaties bevat. In tegenstelling tot de uitzonderlijke situatie van de voorbije 8 maanden, keren we immers terug naar een normale context met een steeds grotere kans dat de koersen van kwaliteitsobligaties niet langer in dezelfde richting als aandelenkoersen bewegen, maar eerder in de tegengestelde richting.
Daaruit volgt dat de klassieke manier om een portefeuille op te bouwen beter niet te vroeg wordt afgeschreven. Gemengde portefeuilles waarbij de obligatiecomponent groter wordt naargelang de belegger voor een minder dynamische strategie kiest, blijven ook vandaag dus nog steeds de aangewezen weg.
Disclaimer: De informatie uit deze publicatie vormt een algemene toelichting bij de financiële actualiteit en mag niet worden beschouwd als een concreet advies of aanbeveling met betrekking tot financiële producten.